Je gevoeligheid... een gave
Als kind heb ik me vaak anders gevoeld dan andere kinderen. Ook kon ik soms de aansluiting niet vinden en voelde ik me regelmatig eenzaam. Ik trok me terug in een droomwereld. Een wereld waar het wel fijn was en mooi. Ik zag veel, voelde veel en wist niet hoe ik om moest gaan met al mijn gevoelens. Daarom verstopte ik mijn gevoelens… dekseltje erop… klaar.
Tenminste dat dacht ik. Ik dacht dat als ik er maar geen aandacht aan zou besteden het vanzelf weer zou verdwijnen. Ergens stak ik mijn kop in het zand. Totdat mijn lichaam begon te protesteren. Ik kreeg hyperventilatie waardoor ik niet anders meer kon dan ernaar te kijken.
Ik kwam weer in contact met mijn verdriet en mijn angsten. Er was altijd die vraag ‘ben ik wel goed genoeg’, ‘hoor ik er wel bij’, ‘mag ik wel zijn wie ik ben’. Tranen met tuiten heb ik gehuild toen ik in therapie ging. Toen het dekseltje er eenmaal af was kwam er veel los. Maar langzamerhand kregen al mijn gevoelens een plek en daar ben ik nog steeds dankbaar voor.
Nog steeds ben ik gevoelig en huil ik makkelijk, maar dat vind ik juist fijn. Als ik namelijk mijn verdriet toelaat word het weer zacht in mijn lijf en kan ik weer ontspannen. Ook krijg ik daarna vaak prachtige inzichten. Ik vind het veel erger als ik afgestompt ben en niets meer voel, verdoofd en bevroren.
Ook bij cliënten zie ik dit proces terug. Allereerst is daar vaak de worsteling en het gevecht tegen al die gevoelens. Maar als het verzet stopt en er ruimte komt voor het verdriet en de angsten dan ontstaat er daarna altijd de rust. Als alles er mag zijn, kun je weer ontspannen.
Ook komt er dan ruimte voor een diep weten. Je bent allang goed genoeg. Je hoeft niets te doen om er te mogen zijn. Je bent van waarde. Alles is oké, jij bent oké en je gevoeligheid is juist een prachtige gave waar je zoveel mensen mee kunt helpen.
Want dát is wat hooggevoelige mensen ook graag willen. Dienstbaar zijn voor anderen. Maar dan wel zonder zichzelf te verliezen. En dit kun je echt leren. Door eerst goed voor jezelf te zorgen. Want als je dat doet komt er vanzelf weer ruimte voor de ander en kun je er écht zijn voor de ander.