Zit mijn haar wel goed...
Vanmorgen keek ik in de spiegel toen ik mezelf aan het opmaken was en dacht aan mijn allerliefste zus Marian die vlak voor kerst overleden is. Ik zag haar lichaam voor me toen ze overleden was en zo keek ik naar mezelf in de spiegel.
Wat is een lichaam toch een raar ding en wat heb ik er in mijn leven veel waarde aan gehecht. Al heel jong probeerde ik met mijn lichaam de aandacht te krijgen die ik zo gemist had. Met mijn haar probeerde ik de aandacht te krijgen waar ik zo naar verlangde en dat leek van levensbelang. Als mijn haar dan niet goed zat kon ik helemaal in paniek raken. Gezien worden stond voor mij gelijk met het goed zitten van mijn haar en aan overleven. En als ik dan niet gezien werd was daar paniek, een soort van doodsangst. Ik voelde dan zoveel pijn. Ik deed er alles aan om die pijn niet te hoeven voelen.
Na jaren “gewerkt te hebben aan mezelf” heeft de pijn van het niet gezien worden aardig een plekje gekregen. Mijn lichaam/ het goed moeten zitten van mijn haar was een spiegel voor de pijn van het niet gezien worden. Mijn kleine meisje vroeg dan aandacht en wilde gezien worden door míj!
Ik kwam steeds meer in contact met degene die ik wérkelijk ben, mijn bewustzijn, dát wat overblijft als mijn lichaam er niet meer is. Daardoor werd mijn haar minder belangrijk en verloor ik steeds meer de identificatie met mijn lichaam, en ontdekte ik dat ik mijn lichaam niet BEN.
En zo keek ik ook naar mijn zus toen ze overleden was. Ik zag dat ZIJ er niet meer was, ik zag alleen nog maar haar huisje, haar omhulsel. Het plekje waarin ze gewoond had en wat haar de gelegenheid had gegeven om met mij te praten, te knuffelen, te lachen, te dansen, en haar leven hier op aarde te leven en te manifesteren wat zij graag wilde. Alleen daarvoor hebben we ons lichaam gekregen zodat we mens kunnen zijn en dingen kunnen doen hier op aarde en onszelf te ervaren.
We ZIJN niet ons lichaam en zo kijk ik opnieuw naar mezelf in de spiegel. En maak ik mezelf dan nu niet meer op s’ ochtends en doe ik dan niet meer mijn haar? Ja dat doe ik nog wel want ik vind het gewoon ook leuk om mijn lichaam mooi te maken. Het mag gezien worden en het weerspiegeld ook mijn zijn.
Mijn zijn kan stralen dóór mijn lichaam heen. Ik wil mijn lichaam ook eren net als dat ik dat gedaan heb met het lichaam van mijn zus toen ze overleden was. Haar lichaam had gemaakt dat ik met haar kon lachen, praten en nog zoveel meer.
Verval ik dan nooit meer in hetzelfde patroon? Ja hoor dat doe ik zeker dan ben ik het weer even vergeten hoe het ook alweer zit. Het goed moeten zitten van mijn haar is dan een signaal een teken. Dan weet ik dat het tijd is om even stil te worden en mijn kleine meisje aandacht te geven. Als zij zich dan weer gezien voelt door mij verdwijnt de pijn en de identificatie met mijn lichaam. Dan kan ik mijn lichaam weer gebruiken waar het voor bedoeld is.
En zo heb ook nog steeds contact met mijn zus. Dood is niet dood ze is er nog steeds. Ik kan me verbinden met haar. Niet meer met haar huisje haar lichaam maar nog steeds vanuit mijn hart. Dan voel ik me zo dankbaar!